Welke ribbonbars, service bars en awards zijn toegestaan op de service dress (Class A) van de 17th Armored Engineer Battalion
Om goed te kunnen bepalen welke Awards and Citations je kan dragen kijk dan eerst op deze pagina AWARDS AND CITATIONS.
Daaruit is goed te herleiden wat de eenheid heeft uitgereikt gekregen en wanneer. Daarnaast kun je als individueel Engineer nog diverse awards uitgereikt krijgen, kijk hiervoor in de onderstaande tabel. Houdt rekening met de leeftijd die je nu hebt, en bepaald dan wat te verantwoorden is, een jonger lid zal uiteraard minder decoraties dragen dan een ouder lid. Daarbij is heeft de vereniging statuten opgesteld waarin is vastgelegd welke decoraties alleen mogen worden gedragen met toestemming van het bestuur.
The Belgian Fourragère (1940)
(Belgian Fourragère (1940), awarded under decree No. 514, 22 May 1945, as amended by decree No. 3864, 28 April 1947, by Charles, Prince of Belgium, Regent of the Kingdom)
The Fourragère 1940 was a special badge/shoulder braid created on 26 March, 1945 by Decree Nº 300 of Charles, Prince of Belgium, Regent of the Kingdom to honor the bravery which certain units of the Army exhibited during WW II. It is braided in the colors of the ribbon of the “Croix de Guerre 1940” and composed of a round cordon, partially braided, consisting of three cords terminated by a knot and a metal tag. The cord is of wool with cotton middle for non-commissioned officers and troops, silk for officers.
The Fourragère 1940 is worn encircling the left shoulder (on the coat, greatcoat, jacket or vest, according to the case), and passes under the armpit. It is not worn on a rain-coat or fur-jacket. Holders of The Fourragère 1940 may, when in civilian clothes, wear a miniature of this decoration in their buttonhole.
De Belgische fourragère dient officieel aan de linkerzijde gedragen te worden zoals voorgeschreven en het onderstaande nieuwsartikel aangeeft. De originele foto’s van het 2nd Armored Division laten zien dat men toen de Fourragère aan de rechterzijde droeg, deze fotos zijn genomen vóór April 1947, nadat er officiele wijziging is gemaakt in de voorschriften. De wijziging was nodig om er eenheden waren (82nd Airborne) die de Nederlandse Nestel, de Belgische, en Franse Fourragère toegekend hadden gekregen, en er een uniformiteit noodzakelijk werd.
Er bestaan twee versies, een type met alleen het gevlochten draad en een type met het gevlochten draad met daarnaast nog twee losse draden, alleen de eerste versie mag gedragen worden door de United States Army.
Zie hieronder het artikel van Stars and Stripes, July 18, 1947:
De Belgian Fourragère is dan wel toegekend aan het 17th Amored Engineer Battalion in Mei 1945 en in theorie zouden wij deze kunnen dragen op een direct na-oorlogse service dress. De eerste fotos van de Fourragere gedragen door leden van het 2nd Armored dateren uit juni 1945 als het hoofdkwartier zich in Wolfenbuttel, Duitsland bevindt. (in ieder geval tussen 13 en 26 juni, daarna gaat het hoofdkwartier naar Berlijn)
Voor het dragen zijn er door de Belgische Staat strikte regels aan verbonden. Een van deze regels is dat het “permanent” individueel dragen van een Fourragère alleen is toegestaan als jijzelf bij de actie van de eenheid aanwezig was, waaraan de Fourragère is toegekend. Daarnaast moet je ook nog steeds actief dienend zijn bij deze eenheid. Dit is voor ons als re-enactors niet het geval uiteraard. Ook al doen wij een uitbeelding over hoe de 17th Engineers er toen bij hebben gelopen, is er besloten om deze Belgische Fourragère niet te dragen, ook niet laat oorlogs.
Er zijn wel voorbeelden van 17th Engineers die NA VE-day deze Fourragère dragen op een foto en een portret tekening.
The service jacket that Lieutenant Cowart is wearing is a perfect example for at late war (august 1945). We see his ETO Ribbon with 5 campaign stars, the Belgium Fourragere, the green combat Leadership tabs on the shoulder loops, the Engineer Crests on the revers, and the “Hell on Wheels” tabs under the 2nd Armored patch. He was a Lieutenant First Class as can be seen on the shoulder tabs. On the cuffs 4 overseas service stripes
Combat Leadership stripe/ tab
De leadership stripe is pas vanaf mei 1945 bekrachtigd door General Eisenhouwer zelf, zoals valt op te maken uit een brief.
Je mag als CO (Officier) of NCO (onderofficier) deze groene “tab” of “loop” dragen als deze is uitgereikt voor bewezen leiderschap, zodra deze persoon geen leidinggevende activiteiten meer verricht mag de Leadership Stripe niet meer worden gedragen. De Combat Leadership stripe of tab is gemaakt van een groene stof en de grootte van de tab is: 5/16 inch bij 2,5 inch en wordt 1 inch onder de chevron geplaatst. Voor de officieren is de breedte van de groene stof 1 inch en wordt de tab in het midden van het schouder epaulette gedragen.
Op de twee eerder getoonde wartime fotos is te zien hoe officier First Lieutenant Orville Pete Cowart de Leadership tabs om de shoulder loops draagt van zijn uniformjas, en de volgende fotos laten de Leadership tabs zien bij NCO’s.
General Ike Eisenhouwer “green stripes” were not covered by Army Regulations during WWII. As shown in the following document, Ike acted on his own authority as Commander of ETOUSA to create these “distinctive markings” for units under his command and informed Gen. Marshall after the fact (and which Marshall immediately approved).
(Source: USMilitariaforum.com)
Officiële documenten aangaande de Combat Leadership stripes
Research © by: Martijn Brandjes & Arjen Kok
Text © by: Martijn Brandjes & Arjen Kok
Photos © by: Unknown